Context(Bouw)historie:Het pand, vroeger ‘De Drie Sterren’ genaamd, is het resultaat van een ingrijpende verbouwing in het derde kwart van de 19de eeuw van een ouder pand. Er zijn nog onderdelen van deze oudere kern in het pand bewaard gebleven, met name de kelders. In 1948 is de winkelpui vernieuwd. De 19de-eeuwse pui maakte plaats voor een modernere inlooppui met veel etalageruimte en een portiek voor de opgang naar de bovenwoning. Bovendien werd er tegen de achtergevel een achterbouw gerealiseerd. Op de verdiepingen is de voorgevel ongewijzigd en ook intern hebben er op de verdiepingen weinig wijzigingen plaatsgevonden.Het achterhuis met achtergevel aan de Dieze is geheel 19de-eeuws. Ligging:Het pand ligt aan de zuidoostelijke zijde van de Vughterstraat in een gevelwand die aan de linker kant begrensd wordt door de St. Jorisstraat (noordelijk) en rechts door het Kruisbroedersstraatje (zuidelijk). Het is gelegen binnen de tweede stadsmuur uit de 14de eeuw en buiten de eerste stadsmuur. Het perceel loopt door tot aan de achterliggende Dieze. Het geheel is onderdeel van een gevelwand met voornamelijk 19de-eeuwse gevels. Veel van deze panden aan de Vughterstraat hebben een oudere, soms zelfs middeleeuwse, kern. Door de eeuwen heen is de Vughterstraat, die in opzet een stadsuitbreiding uit de 14de eeuw is en vanuit het zuiden van ’s- Hertogenbosch naar de Markt loopt, een belangrijke uitvalsweg geweest met grote economische activiteiten. Hierdoor is de hoofdbebouwing aan deze straat door de tijd heen sterk gewijzigd en vernieuwd.BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):Het object bestaat uit een voorhuis, een overbouwde tuin en een (oorspronkelijk) los achterhuis. Het voorhuis is twee vensterassen breed en bestaat uit een kelder, begane grond, eerste verdieping, tweede verdieping en zolder onder een haaks op de voorgevel geplaatst schilddak met gesmoorde Oud Hollandse pannen. Het achterhuis bestaat uit een begane grond, eerste verdieping en een zolder onder een haaks op de Vughterstraat geplaatst zadeldak met schild aan de Diezekant. Het dak is gedekt met rode pannen.Voorgevel:De voorgevel is twee vensterassen breed en is op de verdieping gepleisterd. In de begane grond is eind jaren 40 van de 20ste eeuw een nieuwe winkelpui aangebracht met stalen kozijnen en inloop. Dit type winkelpui is karakteristiek voor die periode. Door de inloop wordt er meer etalageruimte gecreëerd. In het midden bevindt zich de ingang tot de winkel. Rechts hiervan is de toegang tot de woning op de verdieping.Op de verdieping twee getoogde vensters met geprofileerde vensteromlijsting met kuifje, hardstenen dorpel en 6-ruits draairamen. Deze vensters en detaillering (draairamen zonder roede) worden op de zolderverdieping herhaald. Kordonlijsten vormen visueel een scheiding tussen de begane grond en verdieping en tussen | 2 |
verdieping en zolderverdieping. De gevel wordt afgesloten door een hoofdgestel met fries met velden en een kroonlijst op paarsgewijs geplaatste consoles. Over de voorgevel (gevel aan de tuinzijde) van het achterhuis wordt in een beschrijving uit het einde van de jaren zeventig van de 20ste eeuw het volgende gezegd: Op de verdieping twee T-draairamen en een 4-ruits draairaam in de top. Zijgevels:Het pand wordt aan beide kanten begrensd door bebouwing.Achtergevel:De achtergevel is niet zichtbaar vanuit de openbare ruimte. In een beschrijving uit de jaren zeventig van de 20ste eeuw wordt de achtergevel van het voorhuis als volgt beschreven: De achtergevel is een lijstgevel van schoon metselwerk met op de begane grond een kelderlicht en twee 6-ruits draairamen (deze zijn niet meer aanwezig omdat de begane grond van voorgevel tot achtergevel van het achterhuis één doorlopende winkelruimte is geworden). Op de eerste en tweede verdieping zitten twee 6-ruits schuiframen. Alle ramen hebben strekse bogen. De gevel wordt afgewerkt door een gootlijst.De achtergevel van het achterhuis (gevel aan de Dieze) wordt als volgt beschreven: topgevel van schoon metselwerk met op de begane grond twee T-draairamen. Op de verdieping twee 6-ruits schuiframen en in de top een 4-ruits raam. Ruimtelijke indeling:Over de ruimtelijke indeling van het pand wordt in de beschrijving uit de jaren zeventig het volgende gezegd: De kelder van het voorhuis is van binnen op twee plaatsen toegankelijk en bestaat uit twee afzonderlijke kelders met een tussengedeelte met gang. Deze twee kelders (tongewelf in de langsrichting) geven een indruk van de oude indeling van het pand. In de achterkelder zit een stookplaats en een kelderlicht. Tegen de linker zijmuur van het pand liggen de stookplaatsen en het trappenhuis is tegen de rechter zijmuur gesitueerd (XIXB). Het achterhuis aan de Dieze was oorspronkelijk via een lange gang aan de rechter zijde van het pand bereikbaar. Tegenwoordig is de gehele begane grond van zowel het voorhuis als het achterhuis één grote winkelruimte. Ook in het achterhuis zitten de stookplaatsen tegen de linker zijmuur.Constructies:In de beschrijving uit het eind van de jaren zeventig wordt het volgende over de constructies gezegd: De balklagen in het voorhuis zijn enkelvoudig. De kap heeft grenen dekbalkjukken (zonder korbeels) en schaarspanten. Ook de balklagen in het achterhuis zijn enkelvoudig en de kap heeft schaarspanten met balk en kreupele stijl. Over de zijmuren is geen documentatie voorhanden. Waarschijnlijk heeft het pand gemeenschappelijke zijmuren met de buurpanden.Interieurelementen:In het pand zijn nog diverse waardevolle interieurelementen aanwezig. In de beschrijving uit het eind van de jaren zeventig wordt gesproken over een stucplafond en een zwarte marmeren schouw (beide XIXB) in de voorkamer van eerste verdieping van het voorhuis. De binnendeuren (paneeldeuren) van het voorhuis zijn gehout en de tussendeuren in de kamer en suite zijn geprofileerde vleugeldeuren. De trap en het trappenhuis dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw.Zoals gezegd dateert het achterhuis geheel uit de 19de eeuw. Of er zich in dit deel van het object ook waardevolle interieurelementen bevinden is nog niet duidelijk. Erf, bijgebouwen, diversen:Het pand (achterhuis) grenst aan de achterkant direct aan de Dieze. | 3 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenHet pand Vughterstraat 72-74 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de samenhang met de historische gebouwde omgeving. Beide gevelwanden van het Vughterstraat vormen vrijwel in hun geheel een fraai historisch ensemble. Bovendien is de oorspronkelijke smalle percelering tussen de straat en de Dieze intact gebleven. Het geheel grenst aan de achterzijde dan ook direct aan de Dieze. Het pand bezit architectuurhistorische waarde als markant en in zijn uiterlijke verschijningsvorm (m.u.v. de winkelpui) vrij gaaf herenhuis uit het derde kwart van de 19de eeuw.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenHet pand heeft bouwhistorische waarde als zijnde het resultaat van een verbouwing in de 19de eeuw van bestaand pand met een oudere kern. Mogelijk zijn er nog elementen van deze oudere kern in het pand bewaard gebleven. De aanwezigheid van waardevolle interieurelementen als stucplafonds en een schouw uit de tweede helft van de 19de eeuw, maar ook de fraai vormgegeven voorgevel uit deze periode geven het object een kunsthistorische waarde.3. Cultuurhistorische waardenHet pand bezit cultuurhistorische waarde als representant van de ontwikkelingen in de tweede helft van de 19de eeuw, toen veel oude huizen langs de belangrijke straten in ’s-Hertogenbosch geheel of gedeeltelijk werden vernieuwd, meestal in samenhang met de nieuwe winkelfunctie.Het object Vughterstraat 72-74, bestaande uit een goed bewaard gebleven 19de-eeuws pand met oudere kern en gelegen op een langgerekt oud perceel dat grenst aan de Dieze, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. | 4 |
v.d. Geest
| 62 |
1865 | A.J.J. Everts (mr. koek- en banketbakker) - J.B.A. van Gils (comm. ter provinc. griffie en secretaris der kamer van koophandel) - L.P. Kroon (aspirant landmeter) - J.C. Leijds (1e luit. bij het 5e reg. infant.) |
1875 | A.J.J. Everts (mr. koek en banketbakker) - Freule S.E.L. de Senarclens de Grancy (partikul.) - J.T. Roderkercken (hoofdonderwijzeres) |
1881 | W.J. van Avezaath (boekhouder) - A.J.J. Evers (partikulier) |
1908 | N. van der Geest (muziekleeraar) - J.M.L. Verhagen (particulier) |
1910 | N. van der Geest (muziekleeraar) - J.M.L. Verhagen (particulier) |
1923 | Nicolaas van der Geest (muziekleraar en organist) |
1928 | N. van der Geest |
1943 | H.P.M. Bettonvil (kleermaker) - W.L.A. Bettonvil (kantoorbed.) - fa. W.A. Bettonville (damesconfectie) |
1881 | C.J.M. Tilman (partikulier) |
1908 | G. Dobbe (steenhouwerij) |
1910 | G. van Imbeeck (kapper) |
1928 | mej. E.M. Mulder |
1943 | D.J.S. Steenbergen |